Trawlers, kotters en visserijtechnieken

Er zijn heel veel verschillende soorten vissersschepen. Van groot tot klein en met aan tal van verschillende netten en technieken. Iedere vissoort moet op zijn eigen manier gevangen worden en iedere visser heeft zijn eigen specialiteit. Wat is nu eigenlijk het verschil tussen deze verschillende schepen? In dit hoofdstuk leren we je over visschepen en vangsttechnieken.

vangsttechnieken

Trawlers en kotters

Twee belangrijke typen schepen zijn trawlers en kotters. Trawlers zijn groter dan kotters en varen ook veel verder. Deze schepen kunnen wekenlang op zee blijven. Trawlers vissen op rondvissen met netten in de vorm van een puntzak. Ze zijn zo groot omdat de vis aan boord meteen al wordt ingevroren en verwerkt. De vriesmachines en de opslag van de vangst nemen veel ruimte in beslag.

Kotters varen vooral op de Noordzee en blijven maar één tot vijf dagen per week op zee. De meest voorkomende is de boomkorkotter. In hoofdstuk 1 hebben wij al geleerd dat een boomkorkotter vist met netten die aan twee grote armen op het schip vast zitten.

Visverwerking aan boord

De verwerking van de vis begint bij allebei de schepen al aan boord. Omdat vis een heel gevoelig product is, kunnen de vissers niet anders. We willen natuurlijk niet dat de vis al bedorven aan land komt. Op kotters gaat de visverwerking anders dan op trawlers.

Op kotters die maar een dag weg zijn van huis zijn wordt de vis niet verwerkt. De vis wordt bewaard in kratten met ijs om hem vers te houden en ’s avonds afgeleverd bij de visafslag. Op kotters die meer dan een dag van huis zijn, moet iets meer gebeuren. De vis wordt aan boord helemaal schoongemaakt. Schoonmaken betekent in dit geval niet alleen dat de vis gespoeld wordt, maar ook alle ingewanden worden eruit gehaald. Dit wordt ook wel ‘strippen’ genoemd. Na het strippen wordt de vis bewaard in een gekoelde ruimte of ingevroren.

Omdat trawlers vaak zo lang van huis zijn, zijn dit een soort varende fabrieken waarin de vis direct aan boord helemaal verwerkt kan worden. De vis wordt schoongespoeld en dan op een lopende band vervoerd naar de machines die de vissen sorteren op soort en grootte. Daarna vriest de bemanning de vis in grote blokken ijs in en wordt deze opgeslagen.

Visserijtechnieken

Behalve het verschil tussen trawlers en kotters, is er ook een verschil tussen verschillende vangsttechnieken. Zo heb je bijvoorbeeld een boomkorkotter, maar ook een garnalenkotter en een flyshootkotter. En dan er is ook nog visserij met vaste vistuigen. We leggen hier een paar technieken uit die veel gebruikt worden.

Boomkorkotter

De term boomkorvisserij verwijst naar de traditionele boomkor met stalen boom en wekkerkettingen, waar we het al eerder over hebben gehad. Dit is al een hele oude manier van vissen en er worden steeds meer alternatieven op gevonden. Toch is het nog steeds een veelgebruikte vistechniek.

Bij boomkorvisserij hangt zowel aan de bakboord- als aan de stuurboordkant van de kotter een net in het water aan gieken. De gieken zijn de palen waar het net aan vast wordt gemaakt. Er wordt dus met twee netten tegelijk gevist. Tijdens het vissen staan de twee gieken vrijwel horizontaal boven het water. Ieder visnet is met een vislijn vastgemaakt aan de giek en wordt opengehouden door een boom. De boom is tegenwoordig vrijwel altijd een lange stalen pijp. Aan de uiteinden van de pijp zijn de zogenaamde sloffen bevestigd die ervoor zorgen dat de boom en het net op de gewenste hoogte boven de zeebodem blijven en dat tegelijkertijd de weerstand met de zeebodem wordt verminderd.

Dat ziet er zo uit:

Boomkor techniek

Twinrigkotter

Waar de boomkorkotter twee losse netter door het water sleept, zitten deze bij de twinrigkotter in het midden aan elkaar vastgemaakt. Aan weerszijden van de gekoppelde netten zitten scheerborden die het net openhouden. Het koppelstuk dat de twee netten aan elkaar houdt, is meteen ook een gewicht dat de netten naar beneden trekt. Het gewicht en de scheerbordenzorgen voor stofwolken die de platvis opschrikken en naar het midden doen zwemmen. Zo belanden ze in het net.

Twinrig is een relatief lichte vorm van sleepnetvisserij en een kleine kotter kan op deze manier met vrij weinig vermogen een groot stuk bodemoppervlak bevissen. Een twinrigkotter verbruikt gemiddeld minder brandstof en is sterk in opkomst als alternatief voor de boomkorvisserij.

Twinrigvisserij is in eerste instantie bedoeld om in de wintermaanden kabeljauw, wijting en schelvis te vangen, maar in de zomer wordt met deze techniek ook schol, schar, mul en langoustine gevangen.

Dat ziet er zo uit:

Twinrig techniek

Flyshootkotter

Bij de flyshootmethode wordt met zogenaamde zegens gevist. Dit zijn rechthoekige netten met lange lijnen aan de uiteinden. Bij het beginpunt wordt het net vastgezet met een anker. Het schip vaart vanaf dat punt een halve cirkel terwijl het net wordt uitgezet. Daarna vaart het schip terug naar het met een boei gemarkeerde beginpunt en beginnen de vissers het net binnen te halen.

Omdat het schip geen net door het water hoeft te slepen, is de methode geschikt voor kleine kotters met een laag motorvermogen. Het brandstofverbruik is lager ten opzichte van traditionele boomkor. Deze methode werkt echter alleen goed bij daglicht en als het water helder is, want de bodemvissen moeten de zegentouwen aan kunnen zien komen.

De flyshooters vissen dus alleen overdag en dat gaat het beste in vlakke, zanderige gebieden zonder obstakels. De flyshootvisserij is seizoensgebonden, met als belangrijkste doelsoorten rode mul, rode poon, inktvis, zeebaars, makreel, schol en schar.

Dat ziet er zo uit:

Flyshoot techniek

Pulskotter

Omdat er altijd gezocht moet worden naar nieuwe, duurzamere vismethodes hebben een aantal slimme vissers een oplossing bedacht: de pulskotter. Misschien heb je hier wel over gehoord op het nieuws. De pulskotter werkt met kleine stroomschokjes, die de vissen op doen schrikken uit het zand. Zo kunnen ze makkelijk opgevangen worden met het net en hoeft het net niet over de bodem van de zee te schuiven. Deze manier van vissen heeft veel voordelen, de belangrijkste zijn: halvering van het brandstofverbruik en dus de CO2 uitstoot van de schepen, minder beschadiging van de zeebodem en nog maar heel weinig ongewenste bijvangst.

Helaas heeft de Europese Unie deze manier van vissen, die door Nederlandse vissers al veel gebruikt werd, afgekeurd. Inmiddels heeft de Nederlandse minister dit verbod aangevochten bij de rechter. Het is dus nog afwachten hoe dit zal worden vervolgd.

De vissers werken met man en macht om alternatieven te zoeken, maar ja, zo’n unieke uitvinding vervang je niet zomaar…

 Plusvissen ziet er zo uit:

Puls techniek

Staand wantvisserij

Staand wantvisserij is een voorbeeld van een vast vistuig. Het bestaat uit een net tussen een dikke bovenpees en onderpees. De bovenpees is de bovenkant van het net en de onderpees de onderkant. De netten worden met ankers en een loodkoord op de grond gehouden en komen verticaal in het water te staan door drijvers aan de bovenkant van het net.

Er zitten boeien aan het net zodat de vissers altijd kunnen zien waar het net ligt. Als het water droogvalt, bijvoorbeeld doordat het eb wordt, ligt het net plat op de bodem. Vaak wordt een rij van netten naast elkaar gespannen, zo kan het een net van kilometers lang worden.

In Nederland wordt de staand wanttechniek visserij voornamelijk gebruikt in de kustzone van de Noord- en Waddenzee en in de binnenwateren. Landen waar de staand wanttechniek veel wordt gebruikt zijn het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken en Noorwegen.

Op de Noord- en Waddenzee wordt met deze techniek vooral gevist op kabeljauw, tong, heek, tarbot, zeeduivel, harder, zeebaars en schol.

Dat ziet er zo uit:

Staand want

Voor een overzicht van alle visserijtechnieken kun je op deze pagina’s terecht:

https://visrecepten.nl/duurzaamheid/vangsttechnieken-bodemvissen

https://visrecepten.nl/duurzaamheidvan-schip-tot-schap-de-reis-van-de-visduurzame-vangsttechnieken/pelagische