Op de werkvloer bij Jan de Blok

Wie in de keuken aan de slag wil gaan met garnalen, komt er al snel achter dat dé garnaal niet bestaat. Er is namelijk nogal wat diversiteit in de garnalenfamilie. Hier in onze eigen Noord- en Waddenzee zwemt de Hollandse garnaal, ook wel bekend als de grijze of Noordzeegarnaal. Deze garnaal is in binnen- en buitenland bekend om zijn krachtige zilte en romige lichtzoete smaak met een malse, stevige structuur. Omdat hij zo krachtig is, heb je aan een kleine hoeveelheid genoeg. In de zomermaanden kan je de garnalenvissers dicht bij de kust aan het werk zien, maar betekent dat dan dat ze in de wintermaanden niet vissen? Wij vragen het aan Jan de Blok, eigenaar van de kotter SL2 uit Stellendam.

Jan

MET PASSIE VOOR DE VISSERIJ
Al generaties lang leven vissersfamilies voor én van de visserij. De jonge Jan de Blok, een 24-jarige Nederlandse visser uit Stellendam, is opgegroeid in de haven. Zijn opa en oom waren vissers. Vanuit de sluiswachterswoning waar hij opgroeide, volgde hij het reilen en zeilen in de haven. Het is dan ook niet gek dat Jan al op veertienjarige leeftijd als bijbaantje aan boord van een garnalenkotter meehielp. Op zijn zeventiende kwam hij in de tongvisserij terecht en daarna was hij een paar jaar machinist. Na de havo vervolgde hij zijn opleiding op de Hogere Zeevaartschool. Dat beviel hem goed maar de visserij beviel hem beter, vooral de garnalenvisserij. Toen zich in juni 2019 de mogelijkheid voordeed om een garnalenkotter te kopen, greep hij - ondanks dat hij niet uit een garnalenvisserij familie komt- deze kans. 

JAARROND OP ZEE
Jan vist met zijn SL2 ‘jaarrond’ op garnalen. In het voor- en najaar, wanneer de garnalenvangst optimaal is, hoeft hij niet zo ver uit de kust te varen. Garnalen zwemmen het liefst in lekker warm water. Die warmte vinden ze in ondiep water en in de zomermaanden vooral dichtbij de kust, omdat de zon daar het water behaaglijk op temperatuur heeft gebracht. In die maanden vist Jan voornamelijk ’s nachts, iedere doordeweekse dag. Nog voor zonsondergang varen hij en zijn bemanning zo’n 2 tot 3 mijl de zee op om ieder uur ‘een trek’ (neerlaten van netten, stukje varen en weer ophalen) te maken. Tien uur later varen ze terug naar de haven. In de andere periodes moeten ze echt op zoek gaan. In de koudere maanden duikt de garnaal namelijk wat dieper in het water, omdat het water daar nog niet heel erg is afgekoeld. Wanneer een visser alleen op garnalen vist, zijn dit moeilijke maanden om rond te komen, gewoonweg omdat er dan te weinig garnalen worden gevangen.

VAN SCHIP TOT SCHAP

kotter

Na de vangst begint direct aan boord de eerste verwerking van de garnaal. De doorzichtige, grijze garnalen worden ingenieus gescheiden van andere kleine zeedieren. Daarna worden ze direct gekookt in zeewater, gekoeld en gesorteerd. Door het koken krijgen de garnalen hun roze kleur. Iedere woensdag en vrijdag voert Jan de gevangen garnalen aan in de haven van Stellendam, waarna ze hun weg tot het schap vervolgen.

DE TOEKOMST VAN DE NEDERLANDSE GARNALENVISSER

In Nederland zijn er zo’n 200 garnalenvissers. Jan de Blok hoort bij de jonge, nieuwe generatie. Als wij hem vragen hoe hij de toekomst van de garnalenvisserij ziet, is ‘onzeker’ het eerste woord dat bij hem opkomt. “Wat ik merk, is dat degene die opgegroeid zijn in een vissersgezin en altijd riepen dat ze visser gingen worden, dat die door de onzekerheid naar de haven vertrekken om daar meer zekerheid te zoeken in de sleepvaart of aan de wal in een technische functie. Dat vind ik best zorgelijk voor de toekomst van de garnalenvisserij in de Noordzee. Als niemand het meer probeert, dan verdwijnt de garnalenvisserij sowieso”, aldus de passievolle garnalenvisser Jan de Blok.